Piet Rutten werd van kok tot directeur van het legendarische
Oisterwijkse sterrenrestaurant De Swaen. Hij had er geen moeite mee. Piet Rutten
bleek voor de horeca in de wieg gelegd. Zijn hele loopbaan was ervan
doortrokken. Tot aan zijn pensioen, als commercieel directeur bij het Tilburgse
wijnhuis Jean Arnaud. Geboren voor de horeca
“Ik wilde kok worden.
Mijn ouders die in Tilburg een juwelierszaak hadden, vonden het niks. Maar ik
had de ‘drive’ om door te zetten. De eerste stap was de opleiding tot brood - en
banketbakker. Daarna doorliep ik het SVH-leerlingstelsel. Vervolgens haalde ik
mijn leermeesters-en managerspapieren en mijn vestigingsdiploma’s. Was werkzaam
in diverse bedrijven in Tilburg, Breda en Baarle Nassau en later , souschef en
chef-kok van de Tilburgse Stadschouwburg.”.
Tien
miljoen
“In Oisterwijk kocht Henk Aan de Stegge, eigenaar van
Meubelfabriek Oisterwijk, het pand De Swaen, dat op de nominatie stond om te
worden gesloopt. Henk zei: ”Ik zal er iets van maken”. Dat waren geen loze
woorden. Er werd maar liefst 10 miljoen gulden geïnvesteerd om dat vervallen
gebouw tot een ware eettempel om te toveren. Gasten konden er ook
logeren.
Cas Spijkers -toen nog chef-kok van de Tilburgse Korenbeurs-
werd gevraagd om leiding te geven aan de keuken. Cas en ik zijn samen in 1978
gestart in de Swaen, hij heeft mij, voor de opening gevraagd om de Swaen mee
helpen op te zetten. Een jaar naast Cas in de keuken gestaan als sous-chef en
ben ik directeur geworden.
Dat was een hele overgang: van de keuken naar
het restaurant en het management. Van achter de schermen in kokskleding naar een
driedelingkostuum in het restaurant en boegbeeld van het bedrijf. De mensen een
leuke avond bezorgen was onze missie.
Voor de mensen van de zwarte
brigade lag het aanvankelijk gevoelig. ‘Hoe kan iemand van de witte brigade
leidinggeven aan het restaurant?’ Uiteindelijk raakte men ervan overtuigd, dat
mijn kennis van de keuken een goede bagage was om het restaurant te
leiden".
Bij de chef
"Pieter Taselaar was onze coach. We hadden
veel contact met hem. Hij liet ons de beste Franse restaurants zien en we zagen
zo, hoe we De Swaen op topniveau moesten brengen. In de beste Franse restaurants
ga je niet uit eten in het restaurant met die naam, maar bij de chef-kok.
Bijvoorbeeld bij Paul Bocuse of George Blanc. We moesten ervoor zorgen, dat de
mensen niet zouden zeggen: we gaan eten in De Swaen, maar bij Cas Spijkers. Ik
moest Cas ’s avonds het restaurant injagen om hem contact met de gasten te laten
maken. Dat was in het begin niet gemakkelijk.
In 1982 kregen we de
eerste Michelinster. Dan word je meteen overal serieus genomen. Twee jaar later
volgde de tweede ster. Michelin zei dat je die krijgt voor wat je bereikt
hebt.
In De Swaen werkte ik samen met sommelier Coen Pollaert. We moesten
in het begin een wijnkelder opbouwen. We bezochten veel châteaux. Een van de
hoogtepunten was het bezoek van de heren Gault en Millau. Dat was op wijngebied
uitpakken.. Tot de gastenkring behoorden ook prinses Christina en haar
toenmalige echtgenoot Gorge Guillermo, een groot wijnliefhebber net als destijds
zijn schoonvader prins Bernard. Dat waren gasten die ‘de wijnkelder sloopten’.
We hadden in de tuin linnen bloemen op tafel. Het was daar vaak zo warm,
dat de verse bloemen vaak na een dag verwelkten. Daarom kozen we voor deze
linnen bloemen. Een restaurantgast maakte daar een opmerking. Hij zei dat dit
ons een ster zou gaan kosten… Toen moest ik mijn handen op de rug houden. Er
kwamen ook veel Belgische gasten naar Oisterwijk en die zeiden vaak: ‘ Laat
maar zien’. Toen De Swaen opende sprak iedereen over het vele geld en de
gouden kranen in de toiletten. Ze dachten, dat we met zoveel geld een makkelijke
exploitatie hadden. Maar het tegendeel was het geval’.
Nieuwe
stap
‘Eind 1990 toen we in de race waren voor een derde ster zei ik tegen
Cas dat ik aan een nieuwe uitdaging toe was. We werkten toen 80-100 uur per
week. Ik besloot om twee jaar later te stoppen. Cas zei: ‘Ik ga door!’
In 1992 stopte ik bij De Swaen en nam - wat men nu noemt - een ‘ sabbatical
year’.
Na dat jaar vroeg Joop van de Kant van Jean Arnaud een
commercieel directeur voor de horeca. Coen Pollaert – die daar toen werkte –
maakte Joop op mij attent. Na twee jaar kreeg ik er ook de retail bij. Joop
van de Kant is een instituut. Zijn kennis van wijn is ongelooflijk. Hij heeft
een brede belangstelling en zijn kennis gaat heel diep. Als je zijn vertrouwen
kreeg, dan gaf hij je ‘ carte blanche’. Joop vind ik een geweldige
man.
Een hoogtepunt bij Jean Arnaud, was een proeverij met de bekende
Belgische culinaire journalist Etienne Cocquyt. We proefden 12 oudere wijnen van
Lalou Bize-Leroy (Domaine La Romanée-Conti). Toen we de flessen openden, hoorden
we als het ware de adem van mevrouw Bize-Leroy. Een paar van die grote wijnen
waren uit mijn geboortejaar 1947. Op zo’n moment lopen de tranen bijna over je
wangen. De wijnen waren robijnrood en delicaat. Ik heb Joop van de Kant erbij
gehaald: ‘ Dit moet je proeven!’
Gewoon doen
‘Wijn is niet meer
weg te denken uit mijn leven. We moeten proberen om er zo normaal mogelijk mee
te doen. Philippe Blanck (Domaine Paul Blanck Elzas), zei ooit dat je het eerste
glas met je volle verstand moet drinken. Daarna kun je de wijn slurpen… Naarmate
je meer van wijn weet, ga je er meer van genieten. In die 20 jaar bij Jean
Arnaud heb ik als motto: ‘doe vooral gewoon’.
Retail
Ik kreeg
bij Jean Arnaud als commercieel directeur de retail erbij. We leverden toen ook
aan Sperwer. Die heren kwamen destijds bij ons met de informatie dat AH met
literflessen op het schap kwam. Dat wilden zij toen ook. Tot 1993 was Joop het
aanspreekpunt van Sperwer. Toen moest ik het zelf gaan doen. We namen de mensen
van Sperwer mee op een wijnreis. Het is dan zaak om de wijn voor de klant
toegankelijk te maken. Kijk naar de etiketten en zorg voor kruisbestuiving in de
supermarkt. Bijvoorbeeld voor combinaties zoals wijn met asperges. Tijdens die
reizen probeerden we de liefde voor het product over te brengen. We merkten na
een wijnreis naar de Beaujolais dat de bestellingen sterk
toenamen’.
Vervlakking
‘De ontwikkelingen in de wijnwereld zijn
tweeledig: de verbreding van het aantal wijnlanden en de aandacht voor
druivenrassen. We kijken meer naar de druif op het etiket. We drinken Chardonnay
en Merlot en niet Bourgogne en Bordeaux. De wijnwereld is ook veranderd door de
opkomst van wijnen uit Zuid-Afrika. Die enorme verbreding heeft ook een
keerzijde. Er dreigt vervlakking. Teveel hapklare brokken. Hypes steken de kop
op zoals Prosecco voor 14,95 euro tot 3,95. Zo gaat het ook met rosé-port. We
moeten ervan wegblijven.
Champagne Ik ben een liefhebber van
Chardonnay. Gelukkig zit dat ook in champagne. Mijn favoriete champagne is
Taittinger. Deze wijn heeft de meeste variatie voor elk moment een en echte ‘
bite’. Voor wat betreft ‘stille’ wijnen geef ik de voorkeur aan wijnen uit
Chili.
Getroffen
Het overlijden van Cas Spijkers heeft me diep
getroffen. Juist nu hij het rustiger aan wilde gaan doen (hij was 66) werd hij
geconfronteerd met die ernstige ziekte. Het is hem niet gegund. Ik was erbij
toen hij de orde van Oranje Nassau kreeg. Ik voelde me schuldig. Ik kwam net
terug van vakantie en hij droeg te tekenen van zijn ernstige ziekte. Hoe kan ik
hier in volle glorie zitten en hij niet? Ik heb een levensperiode afgesloten.
Het is een groot gemis.
Internet
Net als veel mensen, was ik
aanvankelijk huiverig voor het medium internet. Nu is het niet meer weg te
denken. Het is een fascinerend hulpmiddel. En toch willen wijnconsumenten de
fles wijn vasthouden en op de proeftafel hebben. De opkomst van internet heeft
twee facetten. Het eerste is de kennis die je over wijn kunt opdoen. Het tweede
is de fysieke distributie. De wijn moet naar de consument toe. Als bestelmodule
is internet niet meer weg te denken. Maar in de wijn-business-to-business kun je
niet zonder persoonlijk contact’.
Creatief zijn
‘Ooit een flater
geslagen. Prins Bernhard zou in De Swaen met 22 mensen komen lunchen. Een uur
tevoren kwam de financiële directeur van Meubelfabriek Oisterwijk nog even
kijken. Hij zag dat op de menukaart de naam van de prins zonder ‘h’ was
geschreven. Binnen een uur moesten nieuwe menukaarten worden gedrukt. Ze waren
bij wijze van spreken nog nat toen ze op tafel kwamen.
De crisis speelt
natuurlijk ook de wijnimporteurs parten. Het is belangrijk dat je je niet te
grabbel gooit. Niet aan de prijs of de kwaliteit gaan rommelen. Je moet creatief
zijn en op de kosten letten’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten